DOOR SCHIJN BEWOGEN Over nieuwe media en hyperkritische lichamelijkheid "De Indische beschaving heeft over het geheel genomen meer de nadruk gelegd op het oor dan de Westerse beschaving, waarin visuele indrukken hoger worden aangeslagen"(Frits Staal, 227). De tantristische yantra's tekeningen of diagrammen, de zogenaamde mandala vervullen een oriënterende en sturende rol bij het meditatieproces, maar het zijn vooral de mantra's die vanaf het begin van de vedische tradities centraal hebben gestaan in het rituele handelen. In de cultuurkritische debatten die de afgelopen 40 jaar in de in toenemende mate door media beheerste narcistische westerse consumptiecultuur zijn gevoerd, wordt de wijze waarop lichaam en geest zich ten opzichte van de techniek en technologie verhoudingen besproken. De wijze waarop media in de meest ruime zin van het woord met het lichaam en met de geest interfereren wordt door de ene theoreticus negatief afgeschilderd middels termen als 'verslaving' en vervreemding'. Anderen, waaronder in een zeer vroeg stadium Marshall McLuhan of hedentendage kunstenaars als Stelarc, menen dat er zich een gelegenheid voordoet om de menselijke geest op een hoger plan te brengen. In deze debatten duikt soms een Japanse term op die een lichamelijke en zintuiglijke gemeenschappelijkheid op geheel andere dan westerse wijze conceptualiseert. "When Westerners think and talk about space, they mean the distance between objects. In the West, we are taught to percieve and te react to the arrangements of objects and to think of space as 'empty'. The meaning of this becomes clear only when it is contrasted with the Japanese, who are trained to give meaning to spaces to perceive the shape and arrangement of spaces; for this they have a word ma."(Hall 1966: 153) "In contrast to the single point perspective of Renaissance and Baroque painters, the Japanese garden is designed to be enjoyed from many points of view"(Hall 1966: 154). "De visie op mensen en situaties wordt door ma bepaald. Kortom: men ziet ma als een ondefinieerbaar muzikaal accoord op de achtergrond. Het is het exacte interval, dat de volmaakte resonantie voortbrengt"(Random 1985: 150) Een van de meest recente toepassingen vinden we in Brainframes van de huidge directeur van het McLuhan instituut Derrick De Kerckhove. Deze interpreteert vanuit een McLuhaneske visie op de electronische mediatisering van de wereld naar een 'global village' het Japanse ma "als een soort 'technomagnetisch veld' op culturele basis"(De Kerckhove 1991: 135). Bij hem is het een soort interface tussen onze geest en de technologieën. De inwerking van de geest maakt dat er eerder sprake is van een "psychotechnologische ma: een elektronische intervalwereld die in een voortdurende staat van activiteit en trilling verkeert"(135-36). Vervolgens maakt De Kerckhove een interessante wending naar zowel de esthetiek als naar een gemeenschapszin. Een "oeroude behoefte aan wijsheid" die door de technologische versnelling niet bevredigd kan worden zal de westerse cultuur haar vooruitgangsoptimisme doen opgeven en naar andere concepten doen uitreiken, waarvan het Japanse ma er een kan zijn om een andere 'mondiale menselijke beschaving' te conceptualiseren. De kunstenaar of de ontwerper zal daarin een belangrijke rol kunnen spelen. "Door inzicht in ma te krijgen en vooral door het te zien, zouden ontwerpers en planners de menselijke verhoudingen kunnen proberen terug te winnen die de technologische invasie heeft verloren doen gaan"(136). Ik laat De Kerckhoves specifieke retoriek voor wat hij is en zal niet ingaan op de nogal hegeliaanse en metafyserende vooronderstellingen van zijn analyse. Ik richt me uitsluitend op het McLuhaneske regulatieve idee van 'a global village', een wereldgemeenschap, om de discussie over Kants sensus communis en Lyotards sensus communis op een ander plan te brengen. Vooral in de door Marshall McLuhan geïnitieerde discussie rond de globalisering van de mediatisering waarin uitdrukkingen als 'global village' en "the medium is the message" centraal staan duikt het begrip op. Zie bijv. het boek Brainframes. Technology, Mind and Business (1991) van de huidige directeur van het instituut Derrick de Kerckhove (p. 129 ev.) en het ten tijde van McLuhans eigen boek Understanding Media (1964) van de hand van Edward T. Hall verschenen The Hidden Dimension (1966) warin een antropologie van de menselijke ruimte wordt geschetst; zie p. 152 ev. La stratégie de l'invisible. Félin, Parijs 1985. Ik ben hier op ingegaan tijdens een coreferaat bij en een discussie met De Kerckhove die ik in mei 1995 met hem had op de EUR in het kader van een discussiebijeenkomst rond zijn boek, georganiseerd door Studium Generale. |