Korte voorgeschiedenis: 2003-2007

 

In 2004 is mij gevraagd in mijn hoedanigheid als universitair hoofddocent aan de Faculteit der Wijsbegeerte aan de EUR de Rotterdam-lezing te verzorgen. In deze jaarlijkse lezing presenteert de EUR voor de stad relevant onderzoek van een van zijn onderzoekscentra. Onder de noemer Kleurloos Rotterdam 2025. Werk in uitvoering is mijn onderzoek gepresenteerd1. Daarin constateerde ik dat Rotterdam, in tegenstelling tot de andere G4 steden, niet vergrijst, maar vooral 'vergroent'. Deze verjonging komt voornamelijk op het conto van de allochtone bevolkingsgroepen. Een simpele conclusie lag voor de hand: als er nu al grote problemen op het gebied van onderwijs, scholing, openbare orde en veiligheid zijn die mede veroorzaakt worden door jongeren zonder perspectief - lees: zonder startkwalificaties of stages - dan zijn deze problemen over 20 jaar exponentieel toegenomen. Zal dit leiden tot revoltes zoals in de banlieue van Franse grootsteden? In het vooronderzoek voor de lezing heb ik mijn vrijwilligers- en beroepservaringen op Rotterdam-Zuid uit de eraan voorafgaande decennia geactualiseerd: onderwijsexperimenten (Polderkwartier 1975/76), de ontwikkeling van taal- en socialiseringmethoden voor gastarbeiders (buurthuis Putsepoort 1975-1980) en allochtone werkende jongeren (LOVWJ/NCB 1978-1980) en het schrijven van werkboeken voor taaldocenten/buurtbewoners in de 70er jaren, het schrijven van ecologische methodes voor Rotterdamse kinderboerderijen (1980-1983) en het runnen van een Japanse budo school (Fumetsu, Ericastraat 1980-1986), academisch onderzoek aan de EUR naar kunsten- cultuurpraktijken, openbare ruimte, stedelijke vernieuwing in Rotterdam (CFK/InterAkta 1996-2002) en internationaal interdisciplinair onderzoek op het gebied van interculturaliteit (1989-...)2. De respons op de lezing in 2004 was groot. Zo werd mij door de koepelorganisatie voor wooncorporaties in Rotterdam gevraagd dit onderzoeksmodel door te vertalen naar hun beroepspraktijk. Het is deze vraag geweest die mij - in samenwerking met de architect en urbanist Dennis Kaspori - heeft aangezet tot de eerste formulering van Rotterdam Vakmanstad. Na presentaties bij o.a. de RABO bank en diverse consultancy bureaus is het project medio 2006 opgepakt door Architectuur Instituut Rotterdam (AIR). Bij de eerste algemene presentatie in De Unie (dec. 2006) voor gemeentelijke diensten, projectontwikkelaars en andere betrokkenen bij de stedelijke vernieuwing is het project door Karin Schrederhof als basismodel geadopteerd voor het Pact op Zuid.

In 2007 is het onderzoeksmodel in beknopte vorm via het WBR in samenwerking met gebiedsontwikkelaar Concire wijksgewijs - Carnisse, Hillesluis, Bloemhof, Feijenoord - gepresenteerd. Tegelijkertijd is het bij Woonbron, het Rotterdamse college en via TiasNimbas Business School aan hoofden en directeuren van Rotterdamse gemeentelijke diensten gepresenteerd. In september 2007 is door Pact op Zuid de opdracht verleend om het onderzoeksmodel te operationaliseren. Naast Dennis Kaspori is beeldend kunstenares en urban interventionist Jeanne van Heeswijk in het team van Vakmanstad mee gaan werken zijn wetenschappers van het Verwey-Jonker Instituut plus een tweetal journalisten (Joke van der Zwaard en Annemarie Sour) aangetrokken. In overleg met beleidsmakers en stakeholders is vervolgens stelselmatig invulling gegeven aan verschillende taktische velden (interactievelden)

 

 
 
Back