Titel: Kendo
Ondertitel: techniek, tactiek en didaktiek
Auteurs: Louis Vitalis, Henk Oosterling
Illustraties: Rik Meinenma, Ralph Oquendo
Rotterdam 1985
Hoofdstuk 11
Bladzijde 162 t/m 173
Gemaakt door D.A. Smits
Dit hoofdstuk is in
twee delen verdeeld: het eerste is geschreven voor de student, het
tweede voor de leraar. Met name in het tweede didaktisch gedeelte
wordt er op details ingegaan. Vandaar dat het instruktieve deel voor
de student summier opgezet is. Echter o.i. is het voldoende voor een
primair inzicht in de kata. Ook het illustratieve deel is met opzet
beperkt gehouden. Een gedetailleerde illustratie van alle kata zou
te ver voeren. Er zijn bovendien rijk geïllustreerde kataboeken
in de handel, waarin beter dan dat hier mogelijk is de kata zijn gevisualiseerd.
Zie voor de boeken de literatuurlijst achterin.
A. UITVOERING
Bij de uitvoering van
de kata zijn vier elementen van belang. In alle kata komen deze elementen
weer naar voren. Vandaar dat we ze voor de behandeling van de kata
eerst afzonderlijk willen bespreken.
1. ichigan- het belangrijkst is het kijken (gan) of de metsuke. De
blik dient zó ruim te zijn dat deze niet op één
speciale plek is gericht.
2. nisoku- de voet (soku) bewegingen of de ashisabaki heeft de volgende
kenmerken: uchidachi begint altijd, bij het naar voren gaan met de
voorste, bij het naar achteren gaan met de achterste voet. De afstand
bij het naar elkaar toe lopen wordt met 3 grote stappen overbrugd,
bij het van elkaar aflopen door 5 kleine passen. In principe wordt
alijd ayumi ashi toegepast.
3. santan- de kracht wordt in de onderbuik tanden gecentreerd.
4. shiriki- ontspanning is een eerste vereiste. Vandaar dat kracht
(riki) pas op de laatste plaats komt.
nihon kendo kata tachi no kata
REI
U&S: kniel voor
elkaar in seizapositie en groet elkaar. Uw zwaarden liggen aan uw
rechterzijde, scherpe zijde naar binnen, tsuba terhoogte van de knie.
Het korte zwaard (wakazashi) het dichtst bij de knie. Het lange zwaard
(katana) buiten.
U&S: sta op, stel u 9 passen van elkaar op, zwaard op dijhoogte
(teito) in de rechterhand, groet eerst het altaar of de kamiza, daarna
elkaar.
U&S: breng nu het zwaard voor u, wissel van hand en neem tai to
positie met de linkerhand aan.
Loop 3 passen naar het midden, trek het zwaard in sunkyopositie, sta
op in chudan no kamae en neem vervolgens gedan no kamae aan waarbij
de kensen ter hoogte van de knie van uw partner enigszins naar buiten
wordt gedraaid. Neem bu beiden 5 kleine pasjes achterwaarts, te beginnen
met de achterste voet, met ayuni ashi. Neem daarna chudan no kamae
aan.
S: leg voor de ritsurei
de wakazashi rechts naast u neer, met het scherp naar u toe en de
tsuka wijzend naar uchidachi.
1. ipponme
U: neem hidari morote
jodan no kamae aan.
S: neem migi morote jodan no kamae aan.
U&S: loop met de voorste voet beginnend, in ayumi ashi 3 grote
stappen naar voren.
U: wacht een goed moment af en sla vervolgens, daarbij met de rechtervoet
naar voren stappend, shomen tot ver beneden door. Uit kiai: “YAH!”.
S: laat u. in de lucht slaan door beide handen iets naar boven en
naar achteren te heffen, daarbij tegelijkertijd met de linkervoet
iets achteruit stappend. Stap onmiddellijk na deze ontwijkende beweging
met okuri ashi naar voren en sla shomen. Uit kiai: “TO!”.
U: stap met okuri ashi één kleine stap achteruit.
S: laat de kensen tussen de ogen van U. zakken.
U: stap nog eenmaal met okuri ashi achteruit.
S: stap me ayumi ashi, beginnend met de linkervoet, naar voren en
neem hidari morote jodan no kamae aan. Laat zanshin zien.
U: breng de kensen nu pas omhoog naar chudan no kamae.
S: ga, terwijl u met de linkervoet met ayumi ashi achteruit stapt,
terug naar chudan no kamae.
U&S: laat de kensen tot gedan no kamae zakken, waarbij het zwaard
iets naar rechts open wordt gedraaid. Keer 5 kleine stappen achterwaarts
nemend, te beginnen met de achterste voet, terug naar het uitganspunt.
2. nihonme
U&S: neem chudan
no kamae aan. Neem 3 grote stappen met ayumi ashi, beginnend met de
voorste voet.
U: wacht een goede kans af en sla met een grote beweging migi kote
van S. Uit kiai: “YAH!”.
S: beweeg de linkervoet naar linksachter en sluit direkt de rechterbij.
Laat tegelijkertijd de kensen in vertikale richting zakken, zodat
U. in de lucht slaat. Stap vervolgens met de rechtervoet naar voren
en sla migi kote van U. Uit kiai: “TO!”.
U: keer, met de linkervoet beginnend, terug naar chudan no kamae.
S: keer, met rechtervoet beginnend, terug naar chudan no kamae.
U&S: zak vanuit deze ai chudan positie naar de lichtelijk naar
rechts uitgedraaide gedan no kamae. Keer op eerder beschreven wijze
terug naar de uitgangspositie.
3. sanbonme
U&S: neem gedan no
kamae aan. Neem drie grote stappen met ayumi ashi naar voren en kom
vanuit gedan naar chudan no kamae.
U: wacht een goede kans af en steek dan, daarbij met de rechtervoet
naar voren stappend, naar de plexus solaris van S. waarbij de hasuji
naar rechts wordt gedraaid. Uit kiai: “YAH!”.
S: doe een grote stap achteruit, beginnend met de linkervoet, en laat
met de shinogi van de mono uchi het zwaard van U. uit het midden glijden.
Steek na deze wering onmiddellijk naar de borst van U., waarbij u
met uw rechtervoet naar voren stapt. Uit kiai: “TO!”.
U: stap bij deze steek met de rechtervoet naar achteren, laat de kensen
onder het zwaard van S. zakken en duw met de shinogi van de mono uchi
zijn zwaard uit het midden.
S: stap met de linkervoet naar voren en maak opnieuw een tsuki beweging.
Dit is echter ‘kuraizume’, het kontroleren van de situatie
en geenzins een tsuki.
U: stap als reaktie op de kontrolebeweging met de linkervoet naar
achteren, laat de kensen onder het zwaard van S. zakken en duw met
de shinogi van mono uchi zijn zwaard naar links. Door de spirit van
S; overweldigd, laat u uw kensen zakken en neemt u, beginnend met
de linkervoet 3 stappen naar achteren met ayumi ashi.
S: volg met 3 snelle kleine stappen, beginnend met de rechtervoet
met ayumi ashi. Oefen kuraizume uit en breng uw kensen van borsthoogte
tussen de ogen van U.
U: breng kensen omhoog.
S: doe 5 kleine stappen achteruit.
U: val na de tweede stap in en doe drie stappen naar voren, beginnend
met de rechtervoet, uw zwaard in chudanpositie.
U&S: laat de kensen als eerder beschreven zakken en ga terug naar
de uitgangspositie.
4. yonhonme
U: neem hasso no kamae
aan (linkervoet voor).
S: neem wakigamae aan (rechtervoet naar achteren).
U&S: neem 3 niet al te grote stappen naar voren. Hef vanuit de
kamae uw zwaard tot jodan en sla shomen met ayumi ashi. Beide zwaarden
kruisen elkaar: dit heet ‘ai uchi’. U komt beiden terug
tot chudan no kamae.
U: steek naar de rechterlong van S., terwijl u met de rechtervoet
naar voren stapt en de linker bijsluit. Draai de hasuji een beetje
naar rechts. Uit kiai: “YAH!”.
S: stap met de rechtervoet naar linksvóór en sluit direkt
de linkervoet achter de rechter aan. Uw tenen wijzen naar uw partner.
Voer de maki kaeshi beweging shomen uchi uit: breng uw linkervuist
boven uw hoofd en zorg ervoordat de hasuji naar achteren wijst. Uit
kiai: “TO!”.
U: keer, beginnend met de linkervoet, terug naar chudan no kamae.
Laat zashin zien.
S: keer, met de rechtervoet beginnend, terug naar chudan no kamae.
Laar zanshin zien.
U&S: zak naar gedan no kamae en keer terug naar de uitgangspositie.
5. gohonme
U: neem hidari no morote
jodan aan.
S: neem hira seigan aan: de kensen is gericht op de linkervuist van
U.
U&S: neem drie grote stappen naar voren met ayumi ashi.
U: wacht een goede kans af. Sla shomen van S., met de rechtervoet
naar voren stappend. Uit kiai: “YAH!”.
S: stap met de linkervoet naar achter en laat het zwaard van U. op
uw linkershinogi afketsen (suriage), stap dan met de rechtervoet naar
voren en sla shomen uchi. Trek het linkerbeen snel bij.
Uit kiai “TO!”. Stap met de rechtervoet naar achteren
tot hidari morote jodan no kamae en toon zanshin.
U: beweeg uw kensen omhoog tot chudan no kamae.
S: stap naar achter met ayumi ashi, beginnende met de linkervoet en
neem chudan no kamae aan.
U&S: maak drie stappen in de richting van U. terug naar het midden.
Laat de kensen zakken en keer terug naar het uitgangspunt.
6. ropponme
U: neem chudan no kamae
aan.
S: neem gedan no kamae aan.
U&S: ga drie grote stappen naar voren.
S: kom vanuit gedan omhoog naar chudan.
U: laat uw kensen enigszins zakken, iets naar rechts ingedraaid om
het zwaard van S. tegen te houden. Daar dit niet lukt stapt u met
de rechtervoet naar achter en komt u in hidari morote jodan no kamae.
S: volg deze achterwaartse beweging met grote okuri ashi beginnend
met de rechtervoet. Sluit links bij.
U: stap met ayumi ashi naar achter en kom in chudan terug. Sla migi
kote van S. met een kleine beweging en uit kiai “YAH!”.
S: stap met de linkervoet naar links en laat het zwaard van U. met
een scherpe beweging naar rechts afketsen (surige), waarna u, terwijl
u met uw rechtervoet naar voren stapt, migi kote van U. slaat. Uit
kiai: “TO!”.
U: laat uw kensen zakken en stap met de linkervoet naar linksachter.
S: Stap met uw linkervoet naar voren en kom in hidari morote jodan
no kamae. Laat zanshin zien.
U&S: keer, met de rechtervoet beginnend, naar het midden terug,
laat kensen zakken en ga naar de uitgangspositie.
7. nanahonme
U&S: neem chudan
no kamae aan. Ga drie grote stappen voorwaarts.
U: wacht een goede kans af en stap dan met uw rechtervoet een klein
beetje naar voren, steek in de richting van de borst van S., waarbij
u de hasuji iets naar rechts uitdraait.
S: doe, afhankelijk van de stap van U., een klein stapje achteruit,
steek met beide armen een weinig en draai daarbij de hasuji iets naar
links in. Zo wordt het zwaard van U. ‘ondersteund’, waardoor
de kensen iets omhoog komen.
U&S: kom terug in chudan no kamae.
U: maak twee stappen met ayumi ashi, beginnend met de achterste linkervoet
en sla shomen van S., de slag tot beneden aan uitvoerend. Uit kiai:
“YAH!”.
S: stap met uw rechtervoet naar rechtsvóór, stap direkt
met de linkervoet met ayumi ashi door en sla tegelijkertijd migi do.
Uit kiai: “TO!”. Stap vervolgens met de rechtervoet door,
breng uw rechterknie aan de grond, terwijl u uw gezicht naar U. draait.
De kensen en de hasuji wijzen echter beide nog naar rechts. Dan draait
u het zwaard, neemt wakigamae aan en laat u zanshin zien.
U&S kom beiden terug in chudan no kamae.
U: doe bij deze beweging éé’n stap ayumi ashi
achteruit. Doe vervolgens nog okuri ashi, terwijl S. omhoog komt.
S: sta op tot chudan no kamae.
U&S: draai terug naar het midden. Daar dit de laatste tachi no
kata is, gaat ubeiden in sonkyo en bergt u uw zwaarden weg. Keer terug
naar de uitgangspositie en voer de rei uit, waarbij u eerst de zwaarden
overbrengt naar de rechterzijde.
U. blijft staan en S pakt zijn wakazashi en legt de katana op dezelfde
wijze neer.
kodachi no kata
1. ipponme
U: neem hidari morote
jodan no kamae aan.
S: neem chudan hanmi aan, waarbij de kensen iets omhoog wijst. De
linkerhand ligt op de obi.
U&S: neem drie grote stappen naar voren.
U: stap met uw rechtervoet ayumi ashi en sla shomen tot beneden aan
toe. Uit kiai: “YAH!”
S: stap met uw rechtervoet daarachter aan. Beide voeten wijzen naar
uw partner. Tegelijkertijd brengt u uw rechterhand boven uw hoofd,
op zo’n manierdat de kensen naar beneden en de hasuji naar achteren
wijst. U vangt de slag van U. met de linkershinogi op (ukenagashi)
en slaat vervolgens shomen van U. Uit kiai: “TO!”. Stap
met uw linkervoet direkt na de slag een stap naar achteren en sluit
de voorste bij, terwijl u jodan no kamae aanneemt en zanshin laat
zien.
U: breng uw kensen terug in chudanpositie.
S: kom terug in chudan no kamae.
U&S: keer terug naar het midden. Laat de kensen zakken tot naar
rechts opengedraaide gedan no kamae.
S: laat de linkerhand bij de gedanpositie even tot onder de obi zakken.
U&S: keer terug naar d uitgangspositie.
2. nihonme
U: komt uit gedan omhoog
naar chudan no kamae.
S: kontroleer de opwaartse beweging door met de kodachi het zwaard
van U. in het horizontale vlak te stoppen.
U: neem gedan no kamae aan.
S: neem chudan hanmi aan, waarbij de kensen iets zakt.
U&S neem drie grote stappen naar voren.
De hasuji wijst daarbij horizontaal naar rechts.
U: stap met uw rechtervoet achteruit en neem wakigamae aan.
S: volg U. met een voorwaarste okuri ashi (irimi).
U: stap met de rechtervoet naar voren, hef uw zwaard tot jodan en
sla onmiddellijk shomen van S. Uit kiai: “YAH!”.
S: stap met uw linkervoet naar linksvóór en sluit de
rechtervoet snel bij (hiraki ashi). Uw voeten wijzen parallel aan
elkaar in de richting van uw partner. Tegelijkertijd brengt u uw rechterhand
boven uw hoofd, waarbij de kensen naar beneden en de hasuji naar achteren
wijst, en in deze houding vangt u met uw rechtershinogi van de kodachi
de slag van U. op (ukenagashi). Deze beweging laat u door shomen volgen.
Uit kiai: “TO!”. Pak de elleboog van U. en kontroleer
de bewegingsvrijheid van diens arm. Breng uw rechterhand op uw rechterheup,
de kensen gericht op de keel van U. en laat zanshin zien.
U: keer terug naar het midden, beginned met linkervoet.
S: keer terug naar het midden, beginnend met de rechtervoet en kontroleer
bij het achteruitstappen het zwaard van U. door de kodachi horizontaal
er op te houden.
U&S: laat de kensen zakken en ga terug naar de uitgangspositie.
3. sanbonme
U: neem chudan no kamae
aan. S: neem gedan hanmi aan (ook wel: mu gamae).
U: neem drie grote stappen, beginnend met de rechtervoet. Zwaai bij
de tweede stap uw zwaard op tot jodan en sla bij de derde shomen.
Uit kiai: “YAH!”.
S: stap twee stappen naar voren en vang als U. bij de derde stap shomen
slaat, diens zwaard schuin boven u in het midden op met de linkerzijde
van de kodachi, waarna u het zwaard met een veegbeweging naar linksonder
duwt, er echter voor zorgend dat uw kodachi in het horizontale vlak
stopt (suri otoshi).
U: nadat u in de derde stap shomen hebt geslagen en deze weggeveegd
is, stapt u met uw linkervoet naar voren en slaat u migi do.
S: stap met uw linkervoet naar links vóór en blokkeer
de doslag met uw linkershinogi, waarbij uw kensen omhoog wijst (surinagashi).
Schuif de kodachi vervolgens op naar de tsuba van U.Uit kiai: “TO!”.
Kontroleer de tsubamoto met de habaki van de kodachi. Pak tegelijkertijd
de elleboog van U. even boven het gewricht.
U: stap drie passen ayumi ashi achteruit, beginnend met het achterste
rechterbeen.
S: maak drie passen naar voren, beginnend met de voorste linkervoet.
Blijf U. bij de elleboog en de tsuba kontroleren. Breng dan de rechterhand
naar de rechterheup, richt de kensen op de keel van U. En laat zanshin
zien.
U: ga, beginnend met de rechtervoet, terug naar het midden.
S: ga, beginnend met de linkervoet, terug naar het midden.
U&S: laat vanuit de dan aangenomen chudan no kamae sonkyo volgen,
berg de zwaarden op en voer in omgekeerde volgorde rei uit.
B. DIDAKTIEK
Ook hier gelden weer
een aantal algemene principes. Deze zijn van toepassing op alle kata,
ongeacht de technieken die er in uitgevoerd worden.
1. De relatie tussen de uchidachi en de shidachi is die van een leraar
ten opzichte van zijn leerling. Uchidachi wordt dan ook geacht aan
te geven: hij opent de bewegingen en de shidachi, de leerling, volgt
en reageert op dat wat wordt aangegeven.
2. Beiden dienen zich de basisprincipes van de slagen eigen te maken
en de uitvoering van de slagen dient met een volledige instelling
te gebeuren.
3. Het bijsluiten van de achterste voet is van het allergrootste belang
en kan dan ook niet vaak genoeg benadrukt worden. Alle slag,- of steekbewegingen
worden door deze aansluitende beweging begeleid.
4. In de regel wordt bij het naar voren gaan begonnen met de voorste,
bij het naar achteren gaan begonnen met de achterste voet.
5. Bij het lopen dient men suri ashi te gebruiken en moet er zo weinig
mogelijk geluid gemaakt worden.
6. Het zwaard dient bij het opzwaaien zo hoog opgezwaaid te worden,
dat de partner in zijn geheel tussen de armen door te zien is, terwijl
de kensen nooit onder de handen mag zakken.
7. Uchidachi valt aan vanuit issoku itto no maai en shidachi moet
voldoende met de mono uchi van het zwaard slaan.
8. Shidachi moet na de slag scherp op blijven letten en steeds zanshin
tonen.
9. Uchidachi moet eerst de zanshin van de shidachi goed bekijken,
voordat hij met een volgende beweging verder gaat.
10. Tijdens het voorwaarts lopen de adem als het ware in de ‘tanden’
de onderbuik opgeborgen worden.
11. Tijdens het uitvoeren van de kata moet men vanaf de eerste rei
tot aan de laatste rei de aandacht erbij houden en niet laten verslappen.
Dit geldt vooral bij het naar achteren lopen, waarbij nog al eens
de neiging bestaat om de konsentratie te verliezen.
Tachi no kata
1. ipponme
-bij de slag van uchidachi mag het zwaard niet eerst zakken. Dit duidt
op een verslapte to no uchi.
-ook shidachi mag in de nuki beweging de kensen niet laten zakken.
-uchidachi slaat met een grote beweging de shomen helemaal tot beneden
aan door. Daardoor gaat zijn bovenlichaam iets voorover hellen. Overigens
zonder dat zijn hoofd doorknikt. In deze positie moet hij blijven
als hij twee stappen achteruit doet. Pas als hij naar chudan terug
gaat, mag hij zijn bovenlichaam weer rechtop zetten.
2. nihonme
-uchidachi moet de
rechterkote korrekt treffen. Hij mag na de slag niet doorzakken tot
ver onder het trefvla: hij moet zijn zwaard even onder het trefvlak
stoppen, alsof hij de kote daadwerkelijk heeft getroffen.
-shidachi’s zwaard mag na de nuki beweging de kote van uchidachi
niet diagonaal treffen. De koteslag dient de kote nagenoeg recht te
treffen.
3. sanbonme
-uchidachi mag bij
de steek naar de plexis solaris de handen niet omhoog bewegen.
-omdat shidachi na de eerste tsukibeweging doorgaat met kuraizume
d.w.z. een kontrolerende beweging en dus geen steek, moet hij opletten
dat zijn kensen niet teveel naar voren wordt gestoken.
-de laatste drie passen in kuraizume worden enigszins versneld.
-de kensen wordt bij deze drie passen tot voor het gezicht van uchidachi
gebracht.
-pas als uchidachi daartoe het initiatief neemt, gaat shidachi aan
zijn achterwaartse beweging beginnen.
4. yonhonme
-de ai uchi van beiden
moet een korrekte men uchi zijn vanuit toma.
-bij de steek naar de rechterlong van shidachi helt het bovenlichaam
van uchidachi iets voorover.
5. gohonme
-bij de menslag moet
uchidachi een kerrekte menslag uitvoeren. Hij moet ervoor waken dat
hij het zwaard van shidachi, antisiperend op de suriage beweging,
tot doel neemt.
-de kensen van shidachi mag bij de suriage beweging niet naar achter
beneden wijzen. De suriage beweging dient schuin vóór
boven het hoofd uitgevoerd te worden.
-als shidachi na shomen jodan no kamae aanneemt, mag hij niet direkt
de kensen opzwaaien, maar dient hij eerst de kensen voor het gezicht
van uchidachi te brengen om deze te kontroleren.
6. ropponme
-uchidachi dient vanuit
chudan no kamae een scherpe, korte koteslag te maken.
-shidachi moet op zijn beurt met een kleine, scherpe beweging van
de shinogi de suriage beweging uitvoeren.
7. nanahonme
-bij het steken hoort
uchidachi een juiste lichaamshouding aan te nemen.
-de menslag van uchidachi moet recht naar voren worden uitgevoerd
en niet schuin naar rechts, waaruit blijkt dat hij op de beweging
van shidachi antisipeert.
-omdat uchidachi uit volle kracht men slaat, leunt zijn bovenlichaam
een beetje voorover.
Kodachi no kata
1. ipponme
-shidachi moet bij
de ukenagashibeweging zijn polsen soepel en ontspannen bewegen. Bovendien
moet hij bijzondere aandacht aan zijn lichaamsverplaatsing en het
gebruik van de shinogi geven.
-het lichaam van shidachi mag niet te ver weg draaien. Het is voldoende
om uit het centrum van de slag te stappen.
-bij de ukenagashibeweging dient de vuist bóven het hoofd gebracht
te worden.
-na de shomen uchi van shidachi mag deze niet als het ware in de jodan
no kamae ‘terug veren’: tussen de slag en het aannemen
van de jodanpositie zit een korte alerte stop.
2. nihonme
-uchidachi moet in
één beweging vanuit wakigamae via de jodanpositie shomen
uchi uitvoeren. Daarbij moet opgelet worden dat de slag recht en niet
diagonaal wordt uitgevoerd.
-shidachi moet tijdens de zanshin uchidachi niet te dicht naderen.
-ook hier geldt dat de vuist bij de ukenagashibeweging boven het hoofd
moet worden gebracht.
3. sanbonme
-de shomen van uchidachi
bij de derde stap moet korrekt uitgevoerd worden.
-het opvangen van het zwaard van uchidachi moet met gestrekte arm
schuin vóór boven het hoofd worden uitgevoerd en de
neerstrijkende beweging mag niet naar linksbuiten doorslaan. De kiai
“TO!” moet bij het opschuiven van de kodachi geuit worden.
|