"Hoe fundamentalistisch is het promoten van fun in de beleveniseconomie? Hoe verstikkend is automobiliteit? Wat gebeurt er met het religieuze besef en redelijk bewustzijn, als deze ingezet worden om markt en mobiliteit respectievelijk te bestrijden of te legitimeren?

Debatten over de hedendaagse democratie bewegen zich in een speelveld waarvan de vier hoeken bezet worden door religie, rede, markt en mobiliteit. Het globale spel dat bewindslieden, politici, beleidsmakers, opinieleiders en marktpartijen spelen wordt vooral beheerst door de media, topmanagers en veiligheidsdiensten, door CNN, CEO's en CIA. Binnen dit krachtenspel hanteren deelnemers argumenten die fundamentalistische trekken vertonen of botweg fundamentalistisch zijn.

In een viertal openbare colleges worden, tegen de achtergrond van grootstedelijke problematieken, behandelt Henk Oosterling de grondtrekken van vier soorten fundamentalismen en hun onderlinge samenhang. Het reli-fundamentalisme, waarvan het islamitische neo-fundamentalisme (Roy) een verschijningsvorm is, wordt gepareerd met een verlichtingsfundamentalisme dat in zijn oncontroleerbare effecten zelf irrrationeel en onkritisch is geworden. Deze irrationaliteit openbaart zich wanneer normen puur economisch worden geinterpreteerd en waarden gereduceerd worden tot hun marktwaarde. Het neo-liberale marktfundamentalisme (Soros) legitimeert deze reductie. Het beroept zich daartoe op de mythe van de verlichting: het vrije individu, het autonome subject, het zelf (Grieks: autos). De samenhang tussen deze mythe en de gepropageerde automobiliteit biedt het zicht op het meest onzichtbare fundamentalisme van de westerse wereld: het autofundamentalisme"