DE
INTERMEDIALE ZONE
MUSEUM
BOIJMANS VAN BEUNINGEN, Rotterdam, 30 September-10 Oktober
2005
|
Deelnemende kunstenaars:
Siebe de Boer, Bart Geerts, Chantal Ehrhardt, Mateusz Herczka
en Gerco Lindeboom.
Parallel aan de tweedaagse expertmeeting over intermediale reflectiviteit
ontwikkelde kunsttheoreticus Henk Slager voor Museum Boijmans
van Beuningen (30 September - 10 Oktober) de tentoonstelling "De
Intermediale Zone". Het concept van deze tentoonstelling vertrekt
geheel en al vanuit de praktijk van de kritisch-reflectieve kunstenaar.
Deze kunstenaar, die zichzelf vandaag de dag vooral beziet als
een researcher, weet zich in zijn onderzoekende praktijk voortdurend
geconfronteerd met vraagstukken en probleemstellingen van mediumspecifieke
aard. Immers, willen kunstenaars de vraag naar de status en positionering
van het artistieke beeld in de visuele cultuur op een kritische
en experimenteel-methodische wijze onderzoeken, dan kunnen zij
niet om de consequenties heen van de alomtengewoordige intermedialiteit
en het daaraan gerelateerde samenspel van mediumspecifieke sensibiliteiten.
Om een beeld te geven van de actuele situatie van deze wijze van
artistiek onderzoek, werden voor de tentoonstelling "De Intermediale
Zone" vijf recent aan Graduate Research Programma's afgestudeerde
kunstenaars uitgenodigd om hun intermediale verkenningen te contextualiseren.
Zo verkent Siebe de Boer (Frank Mohr Instituut, Groningen) vanuit
een tekenkunstige methode in een filmische loop de mogelijkheden
van de nieuwe mediatechnologie. In zijn werk complementeren lichtintensiteiten
en sonore achtergrondmuziek elkaar op een subtiele wijze, zodat
uiteindelijk de theatralisering van een openbare ruimte ontstaat.
Bart Geerts (HISK, Antwerpen) stelt in zijn onderzoek de vraag
naar de schilderkunstige medialiteit. Hoe komt het toch dat het
schilderkunstige denken zich telkens weer zo weet te remediëren
dat het “Why to paint?” blijft opduiken als
urgent thema? En in het verlengde hiervan: wat zijn recentelijk,
in het licht van de dominante beeldcultuur, de mogelijkheidsvoorwaarden
voor een actuele schilderkunst en in hoeverre is deze eigenlijk
nog mediumgebonden? Ook het werk van Chantal Ehrhardt (MAHKU,
Utrecht) kan omschreven worden als een appèl aan mediumspecifieke
sensibiliteit. Zij laat er geen twijfel over bestaan dat we vanuit
de vraag naar de kunst dienen te komen tot een cultuurkritische
beschouwing. Om die reden onderzoekt zij vanuit het fotografische
medium of er in de dominante beeldcultuur gestolde momenten van
autonomie te traceren zijn. Het onderzoek van Mateusz Herczka
(Art Science, Den Haag/Leiden)wordt gekenmerkt door een
multimediale aandacht. Zijn installaties manifesteren zich als
mediale composities van onder andere computersimulaties, videoprojecties
en geluidswerken. Zijn installaties hernemen eendimensionale perspectieven
(zoals bijvoorbeeld het wetenschappelijk digitaliseren van biologische
informatie) op intermediale wijze en herarticuleren deze
vervolgens op een kritische wijze.
Het werk van Gerco Lindeboom (Dutch Art Institute, Enschede),
ten slotte, laat zich omschrijven als een intermediale interventie
van de openbare ruimte. Computergraphics, architectuurtekeningen
en video’s worden ingezet voor een gelaagd onderzoek van
het publieke domein. Daarnaast verkent Gerco Lindeboom de specifieke
sensibiliteit van een vooralsnog onontgonnen medium: het mobile
video net.
|