In menig interieur prijkt een Boeddhabeeldje, een Afrikaans masker of een Indiaanse dream catcher. Termen als
karma, reïncarnatie en verlichting behoren inmiddels tot het spiritueel vocabulaire. Martiale kunsten,
meditatie en yoga zijn slechts de meest gangbare praktische verwerkingen van oosterse denkwijzen. Niet-westerse
ideeën zijn al vele decennia verankerd in het bewustzijn van westerse individuen. Zijn deze ideeën
daarmee inmiddels ‘eigen’ aan de westerse cultuur of blijven ze iets weerbarstigs en vreemds
behouden?
In deze bundel kijken gerenommeerde interculturele denkers en spirituele doeners ‘met drie ogen’
naar de interculturele ervaring. Met een filosofisch, een praktisch en een spiritueel oog die een kritische
openheid garandeeert bespreken de auteurs het complexe interculturele spanningsveld dat zich in de afgelopen
drie decennia heeft gevormd. Zij gaan na hoe de spanningsvelden tussen verschillende culturen en
levensbeschouwingen in het westerse gedachtegoed doorwerken en hoe dit zich er aan heeft aangepast. Wat heeft
de kruisbestuiving tussen enerzijds westerse filosofie en anderzijds oosterse en Afrikaanse spiritualiteit aan
nieuwe ideeën en nieuwe levenspraktijken opgeleverd? Is er hier sprake van een harmonieus
globaliseringsproces van symbiose en eenwording of juist van een botsing en van een voortdurend nieuwe
plaatsbepaling? Op het snijvlak van het universitaire en het buiten-universitaire, van de theoretiserende
distantie en de praktiserende betrokkenheid wordt een interculturele ervaring door-dacht die monodisciplinaire
en monoculturele benaderingen heroriënteert.
Thema’s die aan bod komen zijn onder meer: lichaam, ziel, natuur en werkelijkheid in Noord, Zuid, Oost en
West; vormen van non-dualiteit; verlichting en bewustzijn; de boeddhisering van het Westen; zen en
cyberspiritualisme; en de verhouding tussen filosofie en spiritualiteit.
|