Het delirium voorbij
Leeuwerikken, Stella Artois en verbeedlingskracht

Op 13 juni 1708 wordt een leerjongen van een van de brouwerijen van het jachtdomein het Leen van den Horen tot meester-brouwer bevorderd. Zou dit niet zijn gebeurd, dan hadden we hier vandaag niet gestaan. Zou Sebastiaan Artois toentertijd niet met de dochter van een belangrijke brouwer zijn getrouwd, dan zou hij het fortuin niet hebben vergaard om in 1717 de brouwerij van Den Horen op te kopen. En dan zou zijn kleinzoon Léonard Artois een kleine vijftig jaar later dit bedrijf niet tot een bier-multinational hebben kunnen uitbouwen met een productie van acht miljoen liter per jaar! Stel u voor: genoeg om de Vaart vol te laten lopen. Maar goed, zou dit alles niet zijn gebeurd, zouden onze Sebastiaan en Léonard gewoon, net als het overgrote deel van de consumenten hun miljoenen liters bier, naamloos in de oneindige stroom van de tijd zijn opgegaan, dan zouden er rond 1900 in het gebied tussen de Minderbroedersstraat en de Vaart, die door de Dijle wordt doorkruist, niet twintig brouwerijen hebben gestaan. Ik laat gemakshalve in het midden of u daarover blij of juist verdrietig moet zijn. Hij staat er. Maar de vraag is: hoe lang nog?

Eigenlijk houdt met Léonard Artois het verhaal over Stella Artois gelijk alweer op: Léonard blijft namelijk kinderloos en laat zijn bier-imperium na aan zijn zuster Jeanne-Marie. Deze trouwt aan het eind van de 18e eeuw met de (voormalig) burgemeester van Leuven Jean Baptiste Plasschaert. Een huwelijk waarvan de huidige burgemeester van Leuven, To, slechts in zijn meest hemelse dronkenschappen kan dromen. Zo'n huwelijk zou immers de onderhandelingen tussen de gemeente Leuven en Stella over het nieuwe bestemmingsplan aanzienlijk makkelijker doen verlopen.

Maar laten we ons vandaag niet met zoiets complex als politieke huwelijken bezighouden. Beter is het onze aandacht heel even op meer spirituele zaken te richten: op het brouwen van bier en het gezang van leeuwerikken. Want ongetwijfeld weet ook u het: voordat de bedrijven langs de Leie, de Dijle en de Vaart door het toen nog zuivere water werden voorzien van een van de belangrijkste grondstoffen van het zo begeerde gerstenat en voordat zij uit de Haspengouw het graan en van elders de harsachtige, bittersmakende hop aanvoerden, lang daarvoor was de kunst van het bierbrouwen een heuse spirituele aangelegenheid: het was immers lange tijd het exclusieve voorrecht van kloosters.

Het geloof in god of welk bovenmenselijk mysterie ook schonk in lang vervlogen tijden kloosterbroeders de gave en het inzicht dat spiritualiteit niet buiten spiritualia kon. Geestrijk vocht neemt blijkbaar vele gedaanten aan. Zou er een geestelijke extase kunnen bestaan zonder wereldlijke dronkenschap? Is ieder goddelijk visioen ook niet tegelijkertijd een lichamelijk delirium? Extase of delirium, beide zijn ze even ondoorgrondelijk als pijnlijk.

Het lijkt wel of het lot ermee heeft gespeeld, maar de spirituele controle op de brouwerijen is niet opgehouden toen de huidige Stella-fabrieken werden opgericht. De stichting van de Benedictijnenabdij op de Keizersberg valt samen met de oprichting van de NV Brouwerijen Artois: beide zien zij het levenslicht rond 1900. Sindsdien slaat de maagd Maria de verrichtingen van Stella nauwlettend gade, ook al kunt u haar, zoals het een goede katholieke traditie betaamt, door de muur niet meer zien.

Er bestaat een innig verbond tussen spiritualiteit en spiritualia, tussen bezieling en bezatting, tussen geprevel en gebazel. Vrome lieden zullen - ietwat schijnheilig - zeggen dat hun omgang met spiritualia zich beperkt tot een wekelijks terugkerend, deemoedig nippen aan de miskelk. Ikzelf ben van mening dat geestdrift en dronkenschap veel hechter met elkaar verbonden zijn dan we durven toegeven. Tv spotjes tegen drankmisbruik zijn even kostbaar als nutteloos. De behoefte om uit je dak te gaan en jezelf te ontspannen door iets te (laten) vieren, is diep in ons geworteld. Kijk naar de gezichten van de heiligen en de martelaren. Wat zien we in de religieuze extase? Letterlijk: geestdrift! De geest op drift geraakt en even losgeslagen van zijn ankers. De uitwerkingen verschillen: de een noemt het een visioen, de ander een delirium. Welke van de twee meer waarheid bevat, is mij nog steeds onduidelijk.

Een visioen en een delirium werken eigenlijk een beetje zoals onze televisie: ons wordt eheel even een blik vergund op een andere wereld. Beide zijn eiegenlijk gaten in tijd en ruimte, waardoorheen we iets van een andere wereld kunnen waarnemen. Dit is overigens al een heel oud idee. Zo meende de Griekse wijsgeer Aristoteles dat de ronde aarde midden in een hele reeks, steeds groter wordende ballen hing, zoals met de russische Babuska poppetjes het geval is. `Sphairos' of sferen noemde hij die terwijl ze als ballen in en om elkaar heen draaiden, harmonische melodieën produceerden. Volgens Aristoteles zaten er in de ballen gaatjes waardoorheen het licht uit de volgende `sfeer' viel. Als we `s nachts omhoog kijken zien we die lichtgaten: we noemen ze sterren. Of in het latijn: stella. Voor Aristoteles waren deze stella een soort vensters op een volgende sfeer. Tegenwoordig geloven we echter niet meer in deze ballen-theorie. Onze geest wordt door andere ballen beheerst. Onze schitterende sterren staan nu midden in de huiskamer: ons gat in ruimte en tijd heet tv.

Maar, zo zult u zich ondertussen afvragen, wat hebben leeuwerikken met geestrijk vocht, spirituele krachten, televisie en Stella Artois te maken? Waarom zijn deze week op deze blinde muur twee woestijnleeuwerikken neergestreken? Weten zij niet dat het in België voor de kleine zangvogel weinig prettig toeven is? Waarom zijn ze juist in de Glasblazerijstraat in hun vlucht versteend? Hun keuze voor deze blinde muur is toch op z'n minst merkwaardig te noemen, als we bedenken dat deze zangvogels de voorkeur geven aan open ruimtes, aan ongerepte natuur, aan duinen, zandvlakten of zelfs aan woestijnen? Wat doen deze leeuwerikken hier? Is het misschien omdat, zoals we sinds kort weten, muren er zijn om te vallen? Mogen we de komst van de leeuwerikken opvatten als een tken dat ook deze muren op instorten staan?

Is dit een visioen, een delirium? Wordt de aristotelische stella een venster op een andere wereld? Is dit een gat inruimte en tijd? Is dit reality tv of virtual reality? Voor Joe Cillen, de kunstenaar die de muurschildering heeft bedacht en uitgevoerd, is het een mengeling van al deze elementen. Voor enig begrip van zijn spirituele toestand moet ik u melden dat de kunstenaar zelf al 20 jaar droog staat. Joe is geheelonthouder. Een echte. Niet zo'n geheelonthouder zoals ik die zichzelf voortdurend vergeet. Joe is het delirium voorbij.

We weten allemaal, dat kunstenaars vreemde lui zijn. Hun geest raakt regelmatig op drift. Ze slaan een bres in tijd en ruimte. Ze breken muren af door ze te bedekken. Ze laten iets verdwijnen in de verbeelding. Ook al zijn vele van hen notoire drinkers, uiteindelijk bezatten ze zich alleen maar aan dat wat de Duitse filosoof Immanuel Kant als de essentie van de menselijke geest zag: aan verbeeldingskracht. Joe Cillen nodigt u uit de enige probleemloze, milieuvriendelijke brandstof te gebruiken die eigen is aan de mens: geen windkracht, geen stoomkracht, geen electriciteit of kernenergie, maar verbeeldingskracht. Hij probeert u ertoe te verleiden om, voorbij het delirium, de leeuwerikken op te laden met de enige echte, spirituele brandstof: verbeeldingskracht. Het kost even tijd, maar op een goede dag zult u wakker worden, de gordijnen opendoen, de straat op gaan en tot uw verbijstering een leeg scherm aantreffen, zoals u vroeger wel eens overkwam als u `s avonds voor de tv in slaap was gevallen en midden in de nacht wakker schrok voor een leeg, suizend, besneeuwd scherm. Als u maar lang genoeg naar de muur kijkt, ziet u ze uiteindelijk vliegen. En als u goed luistert, hoort u, terwijl de leeuwerikken het tijd-ruimte gat doorkruisen op weg naar de sterren, de sferische harmonieën opklinken waarover Aristoteles reeds sprake:

laat het lied van de leeuwerikken opklinken (lied voor 3 koren)